Het Nederlands elftal heeft dinsdagavond in een enerverend Nations League-duel gelijkgespeeld tegen aartsrivaal Duitsland. In de Johan Cruijff ArenA werd het 2-2 na een wedstrijd met twee gezichten. Terwijl Oranje strijdt om een plek in de kwartfinales van de Nations League, is er opvallend nieuws rondom het WK van 2026: het Koninkrijk der Nederlanden zal daar naar alle waarschijnlijkheid met twee teams vertegenwoordigd zijn.
De ploeg van bondscoach Ronald Koeman schoot in Amsterdam uit de startblokken. Al na 99 seconden lag de bal in het net. De enige wijziging in de basiself, spits Brian Brobbey, bewees direct zijn waarde door een lange bal van doelman Bart Verbruggen knap met de borst te controleren. Hierdoor kon Ryan Gravenberch ploeggenoot Tijjani Reijnders de diepte in sturen. De Duitse defensie werd volledig verrast, waarna Reijnders de bal door de benen van doelman Marc-André ter Stegen binnenwerkte: 1-0.
Defensief geschutter en blessureleed
Ondanks de droomstart kantelde het spelbeeld nog voor het rustsignaal. Hoewel Oranje aanvankelijk de betere kansen had – Denzel Dumfries kopte net naast en Xavi Simons liet na een prachtige pass van Gravenberch een grote mogelijkheid onbenut – ging het in de slotfase van de eerste helft mis. Matthijs de Ligt leidde met slordig balverlies de gelijkmaker in. Jamal Musiala onderschepte de bal, waarna Deniz Undav de 1-1 aantekende.
De gifbeker bleek nog niet leeg voor het Nederlands elftal. Nathan Aké moest het veld per brancard verlaten met een ogenschijnlijk zware blessure. Tot overmaat van ramp viel in de blessuretijd van de eerste helft ook nog de 1-2. David Raum kreeg te veel ruimte en zijn voorzet werd bij de tweede paal simpel binnengetikt door Joshua Kimmich.
Snelle comeback
Na rust greep Koeman in. De onfortuinlijke De Ligt keerde niet terug en werd vervangen door debutant Jan Paul van Hecke, terwijl ook Quinten Timber binnen de lijnen kwam. De wissels sorteerden effect, want binnen vijf minuten stond de gelijkmaker al op het bord. Opnieuw was Brobbey belangrijk; hij bleef sterk aan de bal in het zestienmetergebied en bediende Dumfries, die de 2-2 binnenschoof.
In het vervolg van de wedstrijd waren de beste mogelijkheden voor de bezoekers, maar pogingen van Kai Havertz en Raum troffen geen doel. Door het gelijkspel komen beide landen op vier punten in Groep A, waarmee ze op koers blijven voor de kwartfinales in maart. In de andere groepswedstrijd kwamen Hongarije en Bosnië en Herzegovina niet verder dan een doelpuntloos gelijkspel.
Unicum op het WK 2026
Terwijl de focus nu op de Nations League ligt, werpt het WK van 2026 in Canada, Mexico en de Verenigde Staten zijn schaduw al vooruit. Kwalificatie voor dit toernooi heeft een bijzondere verhaallijn opgeleverd: er zullen twee ‘Nederlandse’ teams actief zijn. Oranje stelde deelname veilig met een overtuigende 4-0 overwinning op Litouwen in de laatste kwalificatiewedstrijd, in een poging om na drie verloren finales (1974, 1978, 2010) eindelijk de wereldtitel te grijpen.
Ze krijgen in Noord-Amerika gezelschap van Curaçao. Het autonome land binnen het Koninkrijk wist zich voor de allereerste keer in de historie te plaatsen voor de eindronde. Onder leiding van de ervaren Dick Advocaat – die in een illuster rijtje bondscoaches staat met onder meer Guus Hiddink en Patrick Kluivert – bleef de ploeg ongeslagen in de kwalificatiereeks. Een 0-0 gelijkspel tegen Jamaica was uiteindelijk voldoende om de groepswinst en het WK-ticket veilig te stellen.
Kleinste deelnemer ooit
De kwalificatie van Curaçao is statistisch opmerkelijk. Met een bevolking van iets meer dan 158.000 inwoners is het de kleinste natie die zich ooit voor een WK-eindronde heeft geplaatst. Sinds de opheffing van de Nederlandse Antillen in 2010 wordt het team officieel erkend door de FIFA. Mocht de loting het Nederlands elftal en Curaçao aan elkaar koppelen, dan zou dat een historische primeur betekenen: nooit eerder speelden de twee landen uit hetzelfde koninkrijk een officiële wedstrijd tegen elkaar.
Naast de twee Koninkrijksteams maken ook Jordanië, Oezbekistan en Kaapverdië hun debuut op het mondiale podium, terwijl Schotland en Noorwegen voor het eerst sinds 1998 weer van de partij zijn.